GVA - Mischa Bludts - 20/2/2024
Tom Cardinael (55) baat inmiddels twintig jaar slotenmakerij Cardinael in Borgerhout uit.
Maar de familiezaak op de hoek van de Eggestraat en het Groeningerplein bestaat al veel
langer dan dat. Tom kent de buurt als geen ander en vertelt hoe hij die zag evolueren, met ups en downs.
Na een opleiding tot orthopedisch schoenmaker in Zwitserland richtte vader Jean Cardinael in 1961 de zaak op. Hij was gespecialiseerd in pantoffels en verkocht daarnaast ook sleutels.
Een paar jaar later kreeg hij de ziekte van Crohn en moest hij zijn activiteiten als schoenmaker stopzetten. Voortaan legde Jean zich toe op de slotenmakerij en wat later kreeg hij zijn eerste job van
een deurwaarder. “Kunde gij eens een deurreke open doen?” Het was de eerste van vele opdrachten voor deurwaarders, de politie en de brandweer.
Zoon Tom werd in 1968 geboren. Al van jongs af aan was hij betrokken in de slotenmakerij.
“Dat begon met sneeuwruimen en andere kleine klusjes. Na mijn legerdienst in 1987 ben ik mee in de zaak gestapt en nam die in 2004 over.” Jean Cardinael overleed in 2016.
1/Jean Cardinael in zijn zaak. © Joris Herregods
2/Een jonge Tom Cardinael in de zaak, toen ook nog een schoenmakerij. © Joris Herregods
3/Het kerstdecor werd geschilderd door Toms nonkel, een politieagent die ook erg handig was met een penseel. © Joris Herregods
4/Sneeuwruimen met mama Rita Daeleman. © Joris Herregods
Bijverdienste
De winkel bevond zich vanaf het begin op dezelfde locatie, of toch min of meer. “Mijn vader begon zijn firma in het aanpalende huis en verhuisde later naar hier. In 1993 kochten we het hoekpand – waar
zich tot dan de bekende frituur De Kongo bevond – om de winkel uit te breiden.”
Tom woonde zelf lange tijd boven de zaak. “Vijftien jaar geleden ben ik naar Borsbeek verhuisd. Het was hier toen echt een zware kant. Daar had ik zelf geen probleem mee, maar voor mijn twee dochtertjes vond ik het te gevaarlijk worden. Er was altijd wel miserie en toen er aan de overkant iemand werd dood gestampt, besloot ik te verhuizen. Maar de zaak is dus altijd gebleven.”
Vroeger zag het Groeningerplein er heel anders uit. “Je kan nog steeds goed zien dat vroeger op bijna elke benedenverdieping winkels gevestigd waren. Ik herinner me een wasserij, de Renaultgarage
van Matthieu, een zaak die televisies verkocht, een bakker, een elektricien en Het Tjoepke, een dierenwinkel gespecialiseerd in hondenverzorging. In totaal waren er op dit plein alleen al minstens
25 winkels.”
Een vooroorlogse foto van het Groeningerplein. - © FelixArchief
Het Groeningerplein anno 2024. - © Joris Herregods
Tegenwoordig blijven er daar nog maar een handvol van over. “Je hebt een Marokkaanse en een Turkse bakker en sinds kort ook een coiffeur. Dat is het dan wel zo’n beetje.” Afgezien van slotenmakerij Cardinael natuurlijk.
“Soms openen er hier nog wel eens andere zaken de deuren, maar die houden het nooit lang vol. Ze moeten altijd sluiten omdat ze met niks in orde zijn. Hun personeel werkt in het zwart, ze betalen
hun belastingen niet,… De hele cinema. En ik heb ook de indruk dat dat soort winkels absoluut niet rendabel kan zijn zonder dat ze er een, nu ja, bijverdienste op nahouden”, knipoogt Tom.
9mm pistool
Hij zag de buurt in de loop der jaren grondig evolueren, met ups en downs. “Toen ik 18 jaar was, werd de winkel al overvallen. Later was er op het plein constant zever met drugsdealers en bergen sluikstort, van oude kranten tot volledige inboedels. Nadat de politie een camera heeft geïnstalleerd, is het weliswaar verbeterd, maar die problemen zijn nooit helemaal weggegaan.”
Tom gaat verder: “Vroeger zat het plein hier vol mensen van het psychiatrisch centrum van ziekenhuis Stuivenberg. Die gingen dan in de Aldi – die inmiddels ook is verdwenen – pintjes halen en
kwamen die dan hier opdrinken. Dat zorgde geregeld voor rumoer.
En dan moest je hen aanspreken, voet bij stuk houden en ferm zijn.
Je mag jezelf nooit laten doen.”
Al kan dat ook wel eens mislopen. “Op een dag werd ik na een discussie door acht jonge gasten aangevallen. Gelukkig passeerde er toen net een bus vol supporters van den Antwerp (Tom is zelf
een fan van Royal Antwerp FC, red.) en zij hebben hen verjaagd.”
De dag nadien zag Tom een van zijn aanvallers en besloot hem aan te spreken. “Toen ik eropaf ging, kwam er toevallig een politiecombi aangereden. Die kerel ging lopen en gooide iets weg.
Het bleek een 9mm pistool te zijn. Toen had ik geluk.”
“Het stadsbestuur doet zijn best om alles mooier te maken en te verbeteren, maar sommige ingrepen zijn duidelijk in een ivoren toren bedacht. Twee maanden geleden hebben ze paaltjes op het
plein gezet zodat auto’s niet over het plein kunnen rijden. En dus rijden die maar over de groenperkjes… En vlak voor onze deur kwam een bushalte, maar zonder schuilhokje. Als het regent, gaan de mensen voor de winkel staan. Ze zouden beter eens met buurtbewoners komen praten om zo tot écht praktische
oplossingen te komen.”
1/Tom Cardinael in zijn zaak: “Al bij al is dit een heel diverse, prachtige buurt waar iedereen elkaar kent.” - © Joris Herregods
2/De bushalte zonder schuilhokje. - © Joris Herregods
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. “Buitenstaanders, pakweg klanten uit Schilde, vinden het maar niks. Oei, dat ziet er hier louche uit. Kan je mijn bestelling de volgende keer niet opsturen? Maar dat is een misvatting. Al bij al is dit een heel diverse, prachtige buurt waar iedereen elkaar kent. Ik kan er bij
wijze van spreken twee uur over doen om naar mijn garage aan de overkant van het plein te wandelen, omdat ik met iedereen een praatje sla. Ik ben hier tenslotte geboren en getogen.
En ook de jonge Marokkaanse gasten hebben respect voor mij. Dag slotenmaker, zeggen ze. Misschien net omdat ik af en toe wel eens van mijn oren maak en op mijn strepen sta.”
Nog over zijn garage: “Daar staat bijna constant een auto voor geparkeerd. Maar buurtbewoners leggen dan een briefje met hun telefoonnummer op het dashboard. Als ik bel, zie ik ze soms half geknipt uit de kappersstoel spurten”, lacht Tom. “Zo kunnen ze daar even staan zonder dat er politie aan te pas moet komen. Ik en mijn buren komen bangelijk goed overeen.”
Lijk
Net zoals zijn vader werkt Tom geregeld voor de politie en brandweer. Aan sterke verhalen geen gebrek en één anekdote zal hij nooit vergeten. “Ik stond als jonge gast klaar om naar de voetbaltraining te gaan toen mijn vader zei dat ik eerst nog een deurreke moest gaan opendoen, een gelijkvloers in de
Ter Rivierenlaan in Deurne. Toen ik daar in mijn voetbalshort arriveerde, stond het vol politieagenten. Ze vertelden me dat er iemand vermist was en er iets niet in orde was. Kijk eens naar het raam?
Zie je al die beestjes? Godverdomme!”
Tom boorde het slot uit de voordeur en rook iets heel bijzonders. “Het was de geur van een lijk dat al een hele tijd vlak achter die deur lag. Na heel wat moeite konden we de deur wat verder
openduwen. Het zicht was verschrikkelijk. Het lichaam was al half verteerd, zijn gezicht was weg en er zaten overal beestjes op. En die odeur! Allez slotenmaker, vervang het slot nu maar, hè. Maar dat
kon niet zonder op dat lijk te gaan staan. In een korte broek. Uiteindelijk kregen we de deur ver genoeg open zodat ik het slot kon vervangen, met dat stinkende lichaam vlak naast me.”
En misschien nog het ergste: “Mijn vader wist op voorhand wat ik daar zou aantreffen, want toen ik na de training thuiskwam, vroeg hij: en was het plezant? Hij had me er gewoon ingeluisd. Ik heb daarna een hele lange douche genomen.” Tom is inmiddels 56. Is er opvolging? “Mijn dochters zijn niet geïnteresseerd. Maar slotenmakers met een fysieke winkel zijn stilaan zeldzaam. In België zijn het er nog geen honderd en het worden er steeds minder. De kans dat ik een overnemer zal vinden, is dus niet onbestaande. Slotenmaker is een fantastische stiel.”
Comments